1. De bevoegdheid van de Commissie om krachtens de artikelen 74 en 76 genomen besluiten ten uitvoer te leggen, verstrijkt na vijf jaar.
2. Deze periode gaat in op de dag waarop het besluit definitief wordt.
3. De verjaringstermijn voor de uitvoering van sancties wordt gestuit:
a) | door de kennisgeving van een besluit waarbij het oorspronkelijke bedrag van de geldboete of de dwangsom wordt gewijzigd of waarbij een daartoe strekkend verzoek wordt afgewezen; |
b) | door elke handeling van de Commissie of van een lidstaat op verzoek van de Commissie tot inning van de geldboete of de dwangsom. |
4. Na elke stuiting gaat een nieuwe verjaringstermijn in.
5. De verjaringstermijn voor de uitvoering van sancties wordt geschorst zolang:
a) | betalingsfaciliteiten zijn toegestaan; |
b) | de invordering van de betaling werd geschorst krachtens een beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie of van een nationale rechterlijke instantie. |